Voor hun voortplanting zijn parasitaire wespen afhankelijk van andere insecten, maar volwassen sluipwespen hebben ook suikerbronnen, zoals bloemennectar, nodig om te overleven. In moderne grootschalige teelten zijn deze suikerbronnen vaak niet dicht gezaaid. Dit kan een sterke wissel trekken op de levensduur en het voortplantingssucces van sluipwespen en kan zodoende de efficiëntie van de biologische plaagbestrijding ernstig ondermijnen. Recent ontwikkelde methodes maken het mogelijk om energiereserves, voedselgebruik en dispersie van individuele sluipwespen onder veldomstandigheden te bestuderen. Dergelijke studies stellen ons in de gelegenheid om bij de samenstelling en ruimtelijke inrichting van het agrarisch landschap gericht met de eerste levensbehoeften van sluipwespen rekening te houden, en daarmee de efficiëntie van de biologische bestrijding te optimaliseren.