In 2002 kweekte mevrouw J.D. Prinsen een ichneumonide ectoparasitoid, een Zatypota-soort, van de spin Zilla diodia. Van deze spin was tot dan toe geen parasiet bekend. Voor het genus Zatypota bestaan twee redelijk recente determinatietabellen maar de gekweekte soort bleek daarin niet voor te komen. Uiteindelijk kon de soort gedetermineerd worden als Zatypota picticollis (Thomson, 1888). De naam Z. picticollis is in de loop der tijden door verschillende auteurs verschillend opgevat. Zo is de naam als synoniem beschouwd van Z. anomala (Holmgren, 1860) en van Z. aranearum (Retzius, 1783). Deze laatste naam heeft betrekking op een dier dat door De Geer in 1771 gekweekt werd als ectoparasitoid van een spin. De Geer beschrijft uitvoerig hoe hij de spin meenam in zijn poederdoos en na enkele dagen daarin nog slechts een primitief ‘web’ met daarin de cocon van de sluipwesp aantrof. Mede op grond van zijn beschrijving van het kleurpatroon en de grootte van de uitgekweekte sluipwesp (‘zo groot als de gregaire parasiet van het koolwitje’) kan men concluderen dat het hier om Z. picticollis of Z. anomala moet gaan, maar een definitieve keuze tussen beide soorten is niet meer mogelijk. Daarom dient Ichneumon (recte Zatypota) aranearum als nomen dubium te worden beschouwd. Zowel van Z. picticollis als van Z. anomala bevindt zich zeer weinig materiaal in musea en beide ontbreken in Nederlandse collecties. Eerst een zoektocht in de collectie van de Zoologische Staatssammlung in München had succes. Mede op grond daarvan wordt Z. anomala nu weer van het genus Sinarachna teruggeplaatst naar het genus Zatypota. Een determinatietabel voor de Europese soorten van de genera Sinarachna en Zatypota wordt gepresenteerd. Op grond van holotypen in de Zoologische Staatssammlung kunnen twee soorten gesynonimiseerd worden.