De compostmier Hypoponera punctatissima (Roger) werd in Nederland tot voor kort beschouwd als een exoot, waarvan het voorkomen in ons land zich beperkte tot warme binnenmilieus (Boer et al. 2003, Van Loon 2004). Toch blijken compostmieren niet zo exotisch te zijn: omstreeks de zesde eeuw kwamen ze al voor in Noord-Engeland, zoals bleek uit geanalyseerde rioolmodder uit die tijd (Collingwood 1979). Tegenwoordig worden in alle Noord-Europese landen nesten gevonden in broeiende hopen organisch afval. Achtenzeventig procent van alle bekende vindplaatsen bevindt zich in de open lucht, waarvan 62% in composterende afvalhopen (Seifert 2003). Dekoninck et al. (2003) laten ook zien dat compostmieren verscheidene malen in België in 'de vrije natuur' zijn waargenomen: ook hier dus een inheemse soort.