De kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas Linnaeus, 1758) is dankzij een groot aanpassingsvermogen een van de wijdst verspreide dagvlinders ter wereld. Hij komt voor van de rand van de woestijn tot aan de Noordelijke IJszee en van zeeniveau tot 4500 m in het gebergte. Hij behoort tot de tribus Lycaenini (Lycaenidae - blauwtjes, subfamilie Lycaeninae) die met ongeveer 80 soorten voornamelijk op het noordelijk halfrond te vinden is. De kleine vuurvlinder is echter zuidwaarts verspreid tot in Malawi, terwijl twee andere vuurvlindersoorten endemisch zijn voor Zuid-Afrika. De tribus is niet vertegenwoordigd in Zuidoost-Azië, maar komt verrassenderwijs wel voor in Nieuw Zeeland met vier soorten. In Zuidoost-Azië leeft een andere tribus met twee genera, de Heliophorini, die bovendien nog een genus in Guatemala omvat. Om het ontstaan van deze eigenaardige verspreiding beter te kunnen begrijpen is kennis van de fylogenie van de betrokken taxa nodig. Deze is geanalyseerd aan de hand van DNA, omdat morfologische kenmerken niet toereikend bleken. In dit artikel wordt nader ingegaan op de Afrikaanse vertegenwoordigers. In het zuidwestelijk deel van het Arabisch schiereiland en in oostelijk Afrika is de kleine vuurvlinder beperkt tot graslanden in het gebergte. Er worden verschillende ondersoorten onderscheiden: shima (zuidwestelijk Arabisch schiereiland), pseudophlaeas(Ethiopië), ethiopicain de wijde omgeving van het Kivumeer) en abbottii(hooglanden van Kenia, Tanzania en Malawi). Deze laatste, afwijkend van de andere ondersoorten in de grondkleur (oranje) op de bovenzijde van de achtervleugel, wordt soms als aparte soort beschouwd. De twee Zuid-Afrikaanse soorten (L. orus aan de kust, L. clarkiin het binnenland) lijken zeer sterk op elkaar, maar verschillen duidelijk van de kleine vuurvlinder. Van alle vormen van de kleine vuurvlinder lijken ze het meest op ssp. abbottii. Uit de analyses blijkt dat de Zuid-Af r i kaanse soorten aan de basis van de ontwikkeling van de hele subfamilie (dus Lycaenini én Heliophorini) staan en de verscheidenheid die we nu zien op het noordelijk halfrond en in Zuidoost-Azië (en tot in Nieuw Zealand) dus van later datum is. Aangezien alle soorten van de Lycaeninae op Polygonaceae (duizendknoopachtigen) leven (afgezien van enkele NoordAmerikaanse soorten, die blijkbaar later zijn overgestapt) en deze plantenfamilie ongeveer 37 miljoen jaar geleden ontstond, is de hele ontwikkeling van de Lycaeninae ook niet ouder dan 37 miljoen jaar. Dit betekent dat de huidige verspreiding van de vuurvlinders tot stand is gekomen na het uiteendrijven van de continenten en het gevolg is van actieve uitbreiding van arealen tot over zeeën heen (om in Nieuw-Zeeland te komen)