De klimopbij is pas in 1993 nieuw voor de wetenschap beschreven, op basis van individuen uit Duitsland en Kroatië. De soort bleek algemeen in Normandië en Bretange in het najaar van 2004; tot dat moment was hij slechts bekend van ongeveer zestig locaties in negen landen. De klimopbij was talrijk op plaatsen met klimop in Noordwest-Frankrijk. Nestplaatsen werden op uiteenlopende locaties gevonden, bijvoorbeeld langs steile kliffen, wegbermen en in dichtbegroeid grasland. Op nestlocaties langs kliffen en stenige paden lagen de nesten in het centrum zeer dicht bijeen, terwijl ze aan de randen verder uit elkaar lagen. Langs andere paden lagen de nesten meer lineair. Het gedrag van mannetjes lijkt afhankelijk van deze koloniestructuur: in kolonies waarbij het centrum dicht met nesten bezet is wachten mannetjes op pas uitgekomen vrouwtjes, terwijl mannetjes uit lossere kolonies de vrouwtjes zoeken rond klimop. Het aantal patrouillerende mannetjes in een kolonie kan enorm groot zijn. Mogelijk verhindert dit parasitaire bijen de toegang tot de kolonie. Mannetjes foerageren niet uitsluitend op klimop: ze werden ook gezien op tamarisk in gebieden waar de klimop nog niet in bloei was.