Verzamelaars hebben de neiging om alleen ‘perfecte’ exemplaren te bewaren, dat wil zeggen exemplaren waar alle poten en andere aanhangsels nog aan zitten en waarvan, zeker in het geval van dagvlinders, de vleugels onbeschadigd zijn. Zulke exemplaren hebben een grote esthetische aantrekkingskracht. Als het doel van de verzameling echter meer is dan schoonheidsbeleving en de dieren gezien worden als archiefstukken vol informatie (niet alleen over, bijvoorbeeld, anatomie en DNA, maar ook over voorkomen in tijd en ruimte), dan zijn beschadigde exemplaren of zelfs herkenbare onderdelen van even groot belang om te bewaren. Net zo als het uitpluizen van braakballen van uilen informatie geeft over het voorkomen van muizen kunnen etensresten van predatoren van insecten ons informatie verschaffen die we anders wellicht zouden missen. Het is bijvoorbeeld altijd zinvol prooiresten in spinnenwebben te controleren. Deze bijdrage gaat over de restanten van een maaltijd van een libel.