De samenleving van de honingbijen wordt vaak gezien als een heilstaat waarin de koningin en haar werksters in harmonie leven. Honingbijen hebben dan ook lang een belangrijke rol gespeeld als metafoor voor de ideale samenleving. Neem nu Shakespeare in Koning Henry V (acte I, scène 2), waarin de honingbijkolonie gezien wordt als bestuurd door een goedmoedig despoot. Maar in hoeverre is dit een illusie? Honingbijkolonies, maar ook kolonies van andere sociale insecten, worden niet alleen gekenmerkt door hun vaak zeer hoog ontwikkelde organisatie van onder andere communiceren en foerageren, maar ook door een heel scala van conflicten. In dit artikel worden conflicten over de productie van mannetjes besproken. Normaal worden conflicten over wie de mannetjes in de kolonie produceert beslecht door een werksterpolitiemacht. Deze politiemacht handhaaft de orde. Maar ook bij honingbijen wil niet iedereen zich gedragen zoals het zou moeten. Zelfs hier vindt men anarchisten!