Verspreidingsgegevens van de 40 roofvliegsoorten (Diptera: Asilidae) die in Nederland voorkomen zijn gebruikt om ruimtelijke patronen in soortensamenstelling en diversiteit te analyseren. Uit de analyse blijkt dat de regionale roofvliegenfauna uit een aantal soortlagen is opgebouwd; een ‘onderlaag’ aan soorten lijkt overal in Nederland voor te komen, de laag daarop beperkt zich tot de zandgronden van de duinen en het binnenland. Op deze wijze valt er per laag steeds een deel van het verspreidingsgebied af. De hoogste diversiteit is aanwezig in de regio’s Veluwe, Utrechtse Heuvelrug en de oostelijke Maasoever, en daarnaast Zuid Limburg. Mogelijke verklaringen voor deze patronen zijn te vinden in de variatie in temperatuur binnen Nederland en in het feit dat de Veluwe en ook de oostelijke Maasoever, tezamen met de erop aansluitende bossen over de grens, tot de grootste ononderbroken natuurgebieden van Nederland behoren.