Veranderingen en relatieve talrijkheid van Microlepidoptera in Nederland. We onderzochten of de verdeling van de talrijkheid van 895 soorten Microlepidoptera in Nederland sinds 1850 veranderd is, en of zo’n verandering in verband zou kunnen staan met zeldzaamheid, fenologie of klimaat. Als maat voor de talrijkheid gebruikten we het aantal records in de Tinea database sinds 1850 in tien steeds kortere perioden. De talrijkheid van de soorten verschilde tussen de perioden. We bepaalden voor alle soort het rangnummer van hun talrijkheid in elke periode en berekenden de mate van verandering van hun rangnummer (hoogste min laagste waargenomen rang). Deze veranderingen bleken zeer aanzienlijk te zijn: de mediane waarde bedroeg 441. In het algemeen verschoven de algemene soorten (met hoogste gemiddelde rangwaarden) het minst, en soorten van gemiddelde zeldzaamheid het meest. We vonden een positieve correlatie tussen de algemeenheid van een soort en de steilheid van de regressie van zijn rangwaarde op de tijd; dit suggereert dat sinds 1850 soorten met lage en gemiddelde rangwaarde in het algemeen in rang achteruit zijn gegaan ten opzichte van de soorten met hoge rang. Het patroon van verandering van de rangwaarden verschilt bij de soorten die vliegen in voorjaar, voorzomer, nazomer en herfst, en bij de grotere families. Hoewel we terughoudend moeten zijn omdat de gegevens in de database, zeker die voor de oudere collecties, geen aselecte steekproeven vormen, is onze voorzichtige conclusie dat een monster van micro’s dat nü wordt genomen waarschijnlijk minder zeldzame soorten zal bevatten dan een monster uit het verleden. Bovendien is de samenstelling van de fauna zeer dynamisch, wat inhoudt dat het monitoren van een klein aantal zeldzame soorten slechts een onvolledig beeld geeft van de toestand van de natuur.