Het is nauwelijks verwonderlijk dat de redactie geen antwoord ontving op het “raadsel” van de achteromslag van G&H nr. 4/5-2013. Dat het daarbij om een opvulling van een kleine holte (doorsnede 0,04 mm) met pyrietkristallen gaat, is duidelijk. De uitvergroting (beeldbreedte 0,013 mm) laat zien dat de afzonderlijke kristalletjes ca. 0,003 mm groot zijn. Goed is ook te zien dat er tussen de kristalletjes “wandjes” zitten. Dat betekent dat de pyriet hoogst waarschijnlijk uit een oplossing is neergeslagen. De holte (of “matrix”) waarin dit gebeurde, kan oorspronkelijk een bolrond microfossiel hebben bevat, een diatomee, een foraminifeer of iets anders…