Ruim 5.000 jaar geleden richtten mensen van de Trechterbekercultuur indrukwekkende grafmonumenten op, gemaakt van grote keien. Tot op de dag van vandaag maken deze hunebedden deel uit van het Drentse landschap. Over de hunebedden is veel gezegd en geschreven, desondanks is een belangrijk thema onderbelicht gebleven: het bouwmateriaal zelf, de noordelijke zwerfstenen die tijdens de glacialen vanuit Scandinavië door het landijs naar het zuiden getransporteerd zijn. Van de 53 nog bestaande hunebedden in Drenthe is tot op heden van slechts drie (D17 en D18 Rolde; D6 Tynaarlo) het gesteentetype onderzocht en beschreven. In dit artikel wordt aandacht besteed aan het gesteentetype en het voorkomen van gidsgesteenten in vier andere hunebedden: D53 en D54 Havelte en D19 en D20 Drouwen. Bovendien wordt de herkomst van de keien van deze hunebedden vergeleken met de herkomst van de lokale keileem.