Sinds de beruchte vulkaanuitbarsting van de Eyjafl allajökull en de verstrekkende gevolgen hiervan voor het vliegverkeer tussen Europa en Amerika staat vulkanisme op IJsland volop in de belangstelling. Echter, vulkaanuitbarstingen, aardbevingen en allerlei pseudo-vulkanische fenomenen zijn aldaar een volstrekt normaal en veelvuldig voorkomend verschijnsel. Sinds de kolonisatie van IJsland rond 870 na Chr. Zijn waarschijnlijk vele honderden kleine en grote vulkaanuitbarstingen waargenomen en gedocumenteerd. Submariene vulkaanuitbarstingen, d.w.z. uit zee omhoog gekomen vulkaankegels, zijn echter een relatief zeldzaam fenomeen. Ruim vijftig jaar geleden vond zo’n uitzonderlijke gebeurtenis plaats op het continentale plat van zuid IJsland. Een vulkaaneilandje – later Surtsey genaamd naar de Noorse mythologische vuurgod Surtur – kwam boven water op 14 november 1963. Sinds dat moment is dit unieke stukje maagdelijk land wat geologische en vooral ook biologische ontwikkeling betreft nauwkeurig bestudeerd (Afb. 1).