Met de populaire term ‘biodiversiteit’ wordt verwezen naar de enorme vormenrijkdom die het leven kenmerkt, van genen en eiwitmoleculen tot soorten van organismen en ecosystemen. De huidige biodiversiteit is het resultaat van een zeer onregelmatig, principieel onvoorspelbaar evolutionair proces, gekarakteriseerd door tal van extreem asymmetrisch verlopende ontwikkelingen. Het toeval speelt bij de evolutie een belangrijkere rol dan regels en wetmatigheden. Naast het ontstaan van nieuwe vormen, is ook het verdwijnen – uitsterven door geleidelijke verandering of strikt, dat wil zeggen zonder veranderde nakomelingen – steeds een wezenlijke factor geweest. Het echte uitsterven kan min of meer incidenteel of catastrofaal gebeuren. Dit alles kan en mag evenwel geen argument zijn om het huidige massale uitsterven onder menselijke invloed als een ‘natuurlijk gebeuren’ te bagatelliseren. Een regeneratie van de biodiversiteit, volgend op een dramatische verarming, is ongetwijfeld ook dit keer mogelijk, maar zal naar menselijke maatstaven heel lang duren; te lang om op te wachten.