‘Biodiversiteit’ is een relatief nieuw begrip. Het kreeg in het beleid vooral betekenis sinds de vn-conferentie over milieu en ontwikkeling in Rio de Janeiro in 1992. Een groot aantal partijen tekende daar het Biodiversiteitsverdrag. Het verdrag was ingegeven door zorg over het wereldwijde verlies aan soorten en ecosystemen en de gevolgen daarvan. Deze achteruitgang is in grote mate toe te schrijven aan areaalverlies en overexploitatie van natuurlijke ecosystemen. De snelheid waarmee daardoor soorten van de aarde verdwijnen is niet in balans met de snelheid waarmee zich door evolutie nieuwe soorten kunnen vormen. Per saldo gaat de mondiale biodiversiteit dus flink achteruit. De erkenning door het Biodiversiteitsverdrag dat biodiversiteit een essentieel element is in duurzame ontwikkeling kan worden gezien als een mijlpaal voor de internationale natuurbescherming. Dit hoofdstuk gaat over de Nederlandse invulling van biodiversiteitsbeleid, met de nadruk op beleid over biodiversiteit in Nederland zelf. Eerst komen internationale en Europese afspraken over biodiversiteit aan bod. Dan bespreken we onderdelen van het Nederlandse beleid die zich expliciet richten op behoud en duurzaam gebruik van de Nederlandse biodiversiteit en vervolgens andere beleidsterreinen die vanuit dat perspectief relevant zijn. Tot slot gaan we in op een aantal recente trends in het beleid, waaronder het meer onderstrepen van de economische waarde van biodiversiteit.

,
Natuur van Nederland

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Naturalis Biodiversity Center

A.N. van der Zande, E. Knegtering, & F.J. van Zadelhoff. (2010). De Nederlandse Biodiversiteit: Het Nederlandse biodiversiteitsbeleid. Natuur van Nederland, 10(1), 359–366.