Mijn eerste kennismaking met de Vogelsberg was tijdens de Hemelvaartexcursie 1996 van de GEA Kring Twente. Mijn vriend (Hans van der Heide) en ik liepen op die donderdagmiddag de groeve Bonacker in Gedern in. Een vlakke groeve waar we in de verte wanden zagen waar fris materiaal zou kunnen liggen. Er waren daar meer mensen bezig, dus waren we niet de enigen. Midden op de vlakte zat, eenzaam en alleen, een forse jongedame met een minuscuul hamertje en een plastic doosje steentjes te verzamelen. Op onze vraag of ze al iets gevonden had, keek ze verschrikt op en verklaarde met een wijds armgebaar en een onvervalst Amsterdams accent: “Dit is allemaal van mijn!” Enigszins verbaasd en verwonderd zijn we maar doorgelopen. Achterin de groeve lag materiaal bij de vleet. Sinds die dag heb ik regelmatig het gebied van de Vogelsberg bezocht om mineralen te zoeken (Afb. 1).