2017
De groeiwijze van de kruidachtige paardenstaart Sphenophyllum uit het Laat-Carboon
Publication
Publication
Grondboor & Hamer , Volume 71 - Issue 3 p. 86- 91
De paardenstaartachtigen zijn nu nog vertegenwoordigd door één enkel genus, Equisetum. Enkele soorten zijn wijd verbreid en berucht als hardnekkig onkruid. In het verleden was er veel meer diversiteit. De boomvormige paardenstaarten uit het Boven-Carboon zijn heel bekend. Bij de naam Calamites denk je vooral aan de geribde stammetjes, die (als bamboe) verdeeld zijn in knopen en leden. De Calamites-boom heeft nog veel meer fossielen opgeleverd, zoals de wortels (Radicites), bebladerde takjes (Annularia en Asterophyllites) en sporenaren. Er worden echter ook veel fossielen gevonden van kruidachtige paardenstaartachtigen waarbij het genus Sphenophyllum het meest voorkomende is. De blaadjes van deze planten zijn vaak wigvormig, wat de naam verklaart: sphen = wig en phyllon = blad. Maar er komen ook anders gevormde blaadjes voor, zoals verderop zal blijken. De blaadjes staan in kransen op de knopen van de stengels, zoals bij Annularia en Asterophyllites. Het aantal blaadjes per krans is meestal 6, maar kransen met 3 of 9 blaadjes komen ook voor. De drietalligheid hangt samen met de driehoekige vorm van de houtige kern van de stengels. Hierin onderscheidt Sphenophyllum zich van de recente en andere fossiele paardenstaartachtigen zoal Calamites, die allemaal holle stengels hebben. Bij de knopen is de stengel meestal wat verdikt.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Grondboor & Hamer | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Nederlandse Geologische Vereniging |
|
Hans Steur. (2017). De groeiwijze van de kruidachtige paardenstaart Sphenophyllum uit het Laat-Carboon. Grondboor & Hamer, 71(3), 86–91. |
|