“De loop der rivieren is afhankelijk van den geologischen bouw van het terrein.” (Blaupot Ten Cate, 1920). Al een eeuw geleden werd er een relatie tussen geologie en rivieren gelegd in het zuiden van Nederland, een onderwerp dat tot op de dag van vandaag nog reden geeft tot onderzoek. Omdat zowel de Maas als haar zijrivier de Roer door het tektonisch actieve Roerdalslenk-systeem stromen (waarvan de tektonische activiteit uitzonderlijk goed bekend is), en deze rivieren een serie van relatief goed bewaarde restanten van een vroegere riviervlakte (rivierterras) hebben gevormd in de afgelopen circa 50.000 jaar (voor een overzicht zie Woolderink et al., 2018), is dit een ideaal studiegebied om te bepalen hoe breuken in de ondergrond rivieren beïnvloeden. Door de rivierterrassen over de gehele lengte van de Maas in het Roerdalslenk- systeem te karteren is het mogelijk geworden om de verschillende effecten van breuken op de Maas en Roer te achterhalen.