In tegenstelling tot wat de Nederlandse naam doet vermoeden is dit één van de grootste Nederlandse sprinkhanen. Het onderscheid met de grote groene sabelsprinkhaan ligt in de voorvleugels die slechts tot het achterlijfsuiteinde reiken. Omdat de achtervleugels verkort zijn, kunnen de dieren niet vliegen. In Midden-Europa komt de soort veel voor, vooral in bergland. In 1992 werd de eerste, en tot nu toe enige, populatie in Nederland ontdekt, in een wegberm bij Rijssen (Overijssel).

Natuur van Nederland

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Naturalis Biodiversity Center

R.M.J.C. Kleukers, E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse, & W.K.R.E. van Wingerden. (1997). Sprinkhanen en krekels: Tettigonia cantans - kleine groene sabelsprinkhaan. Natuur van Nederland, 1(1), 151–154.