De ingekorven vleermuis heeft een karakteristieke rossige rugvacht en een gelig-grijze buik. Jonge dieren zijn beduidend donkerder (Vergoossen & Buys 1992). De bruine oren hebben aan de buitenkant een inkeping; de tragus is kort en komt daar niet voorbij. De staartvlieghuid is lang en reikt tot voorbij de voeten. Het gewicht is maximaal 10,5 g, de kop-romplengte 53 mm en de spanwijdte 24,5 cm (Schober & Grimmberger 1998, Tópal 2001). De echolocatie is zeer zacht en aangepast aan het pakken van prooien van bladeren en van plafonds in stallen (Dietz et al. 2011). De soort heeft brede vleugels, is zeer wendbaar en kan dan ook goed jagen in een besloten omgeving.