2016
Zoogdieren: Laatvlieger Eptesicus serotinus
Publication
Publication
Natuur van Nederland , Volume 12 p. 218- 220
De laatvlieger is een grote vleermuis met een donkerbruine tot soms geel- of goudbruine rug, die geleidelijk overloopt in de geelbruine buik. Hij heeft een brede, zwarte snuit en korte zwarte oren. Laatvliegers hebben brede vleugels: de vlieghuid begint al aan de teenbasis. De laatste paar staartwervels steken buiten de staartvlieghuid, kenmerkend voor het geslacht Eptesicus. De kop-romplengte bedraagt tot 82 mm, de spanwijdte tot 38 cm en het gewicht tot 25 g (Schober & Grimmberger 1998). In de vlucht zijn laatvliegers te herkennen aan de gestrekte brede vleugels en de relatief trage vlucht. In open terrein zijn de echolocatiepulsen hard, in besloten omgeving maken ze kortere pulsen met een hogere frequentie (Kapteyn 1997B, Skiba 2009). Individuen vliegen 20-30 minuten na zonsondergang uit (Jones & Rydell 1994, Schober & Grimmberger 1998).
Additional Metadata | |
---|---|
Natuur van Nederland | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Naturalis Biodiversity Center |
C. van der Graaf. (2016). Zoogdieren: Laatvlieger Eptesicus serotinus. Natuur van Nederland, 12, 218–220. |