De witsnuitdolfijn is een middelgrote, tot 3 m lange, zwaargebouwde dolfijn met een korte snuit. Afhankelijk van het licht lijkt hij grijs-wit of zwart-wit. De hoge, sterk gebogen rugvin is zwartachtig, net als de rug daaronder en daarvoor. Achter de rugvin bevindt zich een kenmerkend grijswit zadel. De flanken zijn bont: het voorste deel is zwart, de grijswitte baan erboven loopt van voor de rugvin naar achteren en gaat over in het grijswitte zadel en de witte buik. Achter het blaasgat zit vaak een lichte vlek, en er is een lichte oogring. Snuit en kin zijn wit of (gedeeltelijk) grijs. De borstvinnen zijn meestal zwart, evenals de staart, vaak met een fijne, witte vlektekening. Door dit opvallende zwart-witpatroon en de hoge rugvin worden de dieren wel eens voor orka’s aangezien. Witsnuitdolfijnen zwemmen graag even voor de boeg van schepen. Kenmerkend zijn de hoge, bijna verticale sprongen, waarbij ze met een plons in het water terugvallen. Ze leven meestal in kleine groepjes, maar kunnen zich verenigen tot scholen van honderden dieren, soms geassocieerd met witflankdolfijnen (de Boer 1989, Evans & Smeenk 2008a, Haase 1987).