De snaveldolfijn wordt gekenmerkt door een opvallend plat voorhoofd, dat geleidelijk overgaat in de lange, smalle snuit. De bruingrijze bovenkant van rug en kop is scherp afgescheiden van de lichtere flanken, waarover weer een donkere zone loopt (Addink & Smeenk 2001). De tanden zijn gegroefd.