Summary In this article we describe a first find of a seacow, Halitherium sp. A marine mammal best known from oligocene deposits from the Mainz Basin, Germany, among others. It concerns the proximal portion of a right upper arm bone, a humerus, heavily fossilized and graybrown in color, which was trawled from the estuary of the Western Scheldt, Zeeland, the Netherlands. We know that it was trawled by fishermen from the mouth of the Western Scheldt, but that area is quite large and includes, among others, the fossil sites of ‘De Wielingen’ (the Netherlands) and, as an extension of that navigational route, ‘Het Scheur’ (Belgium). Based on morphological differences and size, this proximal humerus can be easily distinguished from other Sirenia. In this article we also give an overview of the different members of the seacows (Sirenia) and their evolution. Samenvatting In dit artikel beschrijven wij een eerste vondst van een zeekoe, Halitherium sp.: een zeezoogdier dat vooral bekend is uit oligocene afzettingen van onder andere het Bekken van Mainz, Duitsland. Het betreft de proximale helft van een rechter humerus, een opperarmbeen, zwaar versteend en grijs-bruin van kleur, die is opgevist uit de monding van de Westerschelde, Zeeland, Nederland. De exacte vondstlocatie is niet bekend. We weten dat het fossiel is opgevist uit de monding van de Westerschelde, maar die monding is nogal groot en omvat onder anderen de vindplaatsen De Wielingen (Nederland) en in het verlengde van die vaarroute Het Scheur (België). Op basis van morfologische verschillen en grootte is deze humerus goed te onderscheiden van andere zeekoeien. We motiveren in dit artikel onze determinatie en bespreken een overzicht van de zeekoeien (Sirenia) en hun evolutie.

, , , , ,
Afzettingen

CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken")

Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie

Hidde Bakker, Dick Mol, & Remie Bakker. (2023). Een voor de Noordzee nieuwe doejong, Halitherium sp. (Mammalia, Sirenia), van de Westerschelde-monding. Afzettingen, 44(3), 90–98.