De Gorsselse Heide is een heiderestant met enkele grotendeels gegraven vennen en plasjes gelegen in de Achterhoek. Sinds 1949 wordt het gebied regelmatig bezocht door odonatologen. In totaal zijn 43 soorten libellen vastgesteld. De veranderingen in de afgelopen 70 jaar zijn een microvoorstelling van de veranderingen in de Nederlandse libellenfauna. Verzuring leidt tot afname en verdwijnen van voor vennen kenmerkende soorten zoals Noordse winterjuffer, Noordse witsnuitlibel en Venglazenmaker. Eutrofiering in de tweede helft van de vorige eeuw veroorzaakt een piek in de aantallen Vuurjuffer, Glassnijder en Bloedrode heidelibel. Vanaf het begin van deze eeuw neemt de soortenlijst snel toe met het verschijnen van soorten uit het zuiden. Klimaatverandering is de drijvende kracht achter de komst van onder meer Vuurlibel, Kanaaljuffer en Zuidelijke glazenmaker. Bijzonder opvallend is de recente vestiging en snelle toename van Tengere pantserjuffer en de parallelle achteruitgang van de Gewone pantserjuffer. De recente herstelwerkzaamheden hebben geleid tot een sterke toename van voorheen schaarse soorten zoals Gewone oeverlibel en Platbuik. Daar de landschappelijke structuur van de Gorsselse Heide niet wezenlijk is veranderd, zijn de waargenomen variaties kennelijk een afgeleide van de enorme veranderingen die de Nederlandse en Vlaamse libellenfauna hebben doorgemaakt in de afgelopen decennia.

, , , , ,
Brachytron

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie

F. Westenbrink, & R. Ketelaar. (2017). Veranderingen in de libellenfauna van de Gorsselse Heide: 1949-2016. Brachytron, 19(1), 22–34.