Het opgraven van oude schepen, zoals dat sinds jaren geschiedt in de Zuiderzeepolders kan, behalve voor de bestudering van de ontwikkeling van de houten, scheepsbouw, enkele malen interessant zijn voor amateur-geologen en voor wie zich interesseren voor de historie van de dijkbouw. Dit is wellicht niet zondermeer duidelijk. Het betreft hier de gevallen, zoals dat reeds enige malen is voorgekomen, dat men in een scheepswrak stenen aantreft, die tot de lading behoren ofwel bedoeld zijn als ballast, ten einde het schip beter in het water te doen liggen. Tijdens het archeologisch onderzoek in de Noordoostpolder zijn tot nu toe drie wrakken aan getroffen, waarin telkens zoveel stenen lagen, dat een globale determinatie zin leek te hebben. Bij twee van deze schepen betrof het een lading zwerfstenen, welke bepaald bestemd geweest zullen zijn voor dijkbekleding. De eerste maal had men te doen met een wrak, dicht onder de oostkust van Schokland gelegen, dat reeds in de XVIde eeuw ten onder gegaan bleek te zijn. Deze datering kon worden afgeleid uit aan boord aanwezige bijvondsten als vaatwerken allerlei ander gebruiksgoed. Hieruit bleek dat reeds in de XVIde eeuw aanvoer van zwerfstenen ten behoeve van de dijkbouw plaatsvond.

, , , , , , , ,
Grondboor & Hamer

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Geologische Vereniging

G.D. v.d. Heide. (1957). Scheepsopgravingen en geologie. Grondboor & Hamer, 11(2), 5–13.