Tot in het vrij recente verleden werden insluitsels in mineralen en wel in het bijzonder in edelstenen uitsluitend als ongewenste verontreinigingen of glissen beschouwd. Naarmate de studie van edelstenen echter meer en meer een plaats op zichzelf ging innemen, bleek al spoedig, dat juist deze insluitsels belangrijke gegevens vérstrekten met betrekking tot de omstandigheden waaronder- en de wijze waarop de kristallen als het ware zijn gegroeid. Het gevolg hiervan was, dat meer aandacht aan deze insluitsels werd besteed en ze tenslotte in groepen werden ingedeeld; de eerste stap in deze richting was wel het vaststellen of een insluit-sel een vaste-, vloeibare- of gasvormige vorm bezat. Het bleek eveneens, dat bepaalde mineralen typerende insluitsels bevatten, ja zelfs, dat verschillende mineralen van een bepaalde vindplaats over het algemeen hetzelfde type insluitsels vertonen. Behalve de determinatieve waarde, welke deze gegevens verstrekken, ging men er langzamerhand toe over de insluitsels meer in verband met het ontstaan van het mineraal te zien.