Palynomorfen zijn zowel plantaardige als dierlijke microfossielen die het werkterrein vormen van palynologen. Het woord palynomorf is afgeleid van het Griekse 'palunein' (strooien, verspreiden) dat in verband staat met het Latijnse 'pollen' (fijnmeel), en het Griekse 'morphe' (vorm). De belangrijkste palynomorfen zijn dinoflagellaten, acritarchen, pollenensporen. Eigenlijk zijn het de zeer resistente wanden van organismen die in het sediment bewaard blijven. De grootte van deze fossielen ligt ruwweg tussen 10 en 100 µm.

, , , ,
Grondboor & Hamer

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Geologische Vereniging

G.F.W. Herngreen. (1998). Palynomorfen. Grondboor & Hamer, 52(4/5), 96–99.