Al heel wat keren hebben mijn vrouw en ik de oude dakleiengroeve Les Tuilières (afb. 1 en 2) bij Lodève in Zuid Frankrijk bezocht om Perm-planten te verzamelen. Telkens weer vonden we een aantal interessante stukken, zodat ik nu een flink aantal kratten vol heb. Les Tuilières is in paleobotanische kringen een wereldberoemde groeve vanwege de mooie stukken die er in de 18de en de eerste helft van de 19de eeuw zijn gevonden. Nadat de exploitatie gestopt was, is de fossielenopbrengst snel teruggelopen. Maar de rijkdom aan fossielen, zelfs in de 'bloeitijd' van de groeve, is aanmerkelijk minder dan die van bovencarbonische vindplaatsen, zoals het nabijgelegen kolenbekken van Graissessac. Hoe komt dat toch? In dit artikel wordt een tipje van de sluier opgelicht en bovendien worden de soorten beschreven die wij in de loop der jaren in Lodève tegengekomen zijn.