Nadat Staring zijn werkzaamheden voor de vervaardiging van de geologische kaart van Nederland op schaal 1:200.000 in 1862 beëindigd had, was Thorbecke niet bereid om een post voor verder geologisch onderzoek in de begroting op te nemen. In afwachting van een nieuwe werkkring als Inspecteur van het Landbouwonderwijs heeft Staring een tijdelijke aanstelling vervuld voor het geven van onderwijs in de geologie en mineralogie aan de Polytechnische School te Delft. Het manuscript van deze 'Lessen aan de aanstaande mijningenieur in 1863' is in het familiearchief op de Wildenborch, Starings geboortehuis, bewaard gebleven. Het collegedictaat geeft een fascinerend inzicht in de status van de geologie in die tijd en van de geologische kennis die destijds van mijnbouwingenieurs verwacht werd.