De Maas van Mézières (Frankrijk) tot Namen, de Ardennen -Maas, is de enige rivier die dwars door de Ardennen stroomt. De geologische struktuur van de Ardennen toont aan dat zij vroeger een plooiingsgebergte vormden. Het tegenoordig oppervlak wijst er op dat dit gebergte lang geleden in een schiervlakte veranderd is. Door erosie en sedimentatie heeft een algemene verlaging en afvlakking van het landoppervlak plaats gevonden; deze verlaging en afvlakking van een plooiingsgebergte, waarbij de gehele oppervlakte vereffend wordt, heeft als resultaat een schiervlakte. In de Ardennen was dit reeds tijdens het Perm het geval. Tijdens het Tertiair hebben zeetransgressies plaats gevonden over de hele Ardennen (men vindt her en der lenzen van tertiaire zanden, vooral in dolines). Bij het terugtrekken van de zee heeft zich een rivierstelsel gevormd op de tertiaire formaties. Deze lagen werden door dit rivierstelsel geërodeerd. Tijdens de overgang van plioceen naar pleistoceen hebben de Ardennen een tektonische opheffing ondervonden, die echter langzamer verliep dan de erosie van de Maas en de andere rivieren door de hardere onderliggende gesteenten van het plooiingsgebergte. Op deze manier is het mogelijk geworden dat de Ardennen-Maas een algemene zuid-noord richting heeft terwijl de geologische formaties waar de rivier doorheen snijdt ruwweg een west-oost strekking hebben.

, , , , , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

E.A.J. Burke. (1973). Een excursie in de Maasvallei van Namen tot Anhée. Gea, 6(1), 17–22.