Er zijn kostbare en waardeloze mineralen; mooie en minder mooie; massieve en prachtig gekristalliseerde; zeldzame en algemeen voorkomende; lichte en zware; kleurloze en gekleurde; glanzende en doffe; harde en zachte; nuttige en lastige; gewone en bijzondere soorten. Als mineralen op deze manieren in klassen werden ingedeeld, naar eigen smaak en idee, zou een wonderlijk ratjetoe van persoonlijk getinte rangschikkingen ontstaan. Een voor de mineralogen of collega-verzamelaar ontmoedigend systeem van rubriceren, omdat nooit duidelijk en eenduidig omschreven kan worden wat er wordt bedoeld met "mooi", "gewoon" of "zeldzaam". Toen eenmaal duidelijk werd dat een mineraal kan worden gekarakteriseerd door zijn samenstelling en dat die samenstelling een veel betere maatstaf is dan de met het oog of op andere wijze met eenvoudige hulpmiddelen te bepalen eigenschappen, werd op grond daarvan een rubricering overwogen. Desondanks leidde dat tot onbevredigende oplossingen. Met de opkomst van de röntgendiffractie, waarmee de interne bouw van de kristallen en mineralen kan worden vastgesteld, kreeg de mineraloog en systematicus een machtig brok gereedschap in handen. Want behalve de chemische samenstelling is de voor mineralen zo wezenlijke kristalstructuur bepalend.

, , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

W.R. Moorer. (1987). De systematiek van mineralen: mineralen in soorten en klassen. Gea, 20(2), 59–63.