Het Bükk-gebergte moet wel het mooiste stuk van Hongarije zijn. Ruig, vol met bossen (bükk is beuk in het Hongaars), oude spoorlijntjes, groeves en nog enkele wilde dieren. Deze zomer bracht ik er een bezoek en besloot er nog een nagekomen artikeltje voor Gea aan te wijden. De route ging van het mooie stadje Eger, met de vele kerken en het oude Lyceum met observatorium, naar het noorden richting Szilvasvarad. Daar is de Perm/Trias-grens (PTb = Permian Triassic boundary) te vinden. De Bükk vormen het indrukwekkendste berggebied van Hongarije. De hoogste toppen zijn 956 en 959 meter hoog. Het gebied is maar ongeveer 30 kilometer van oost naar west en krap 40 van noord naar zuid. Tektonisch gezien is het Bükk-gebergte een apart blok, dat ook wel de Bükk-unit wordt genoemd. Dit blok bestaat uit een paar kleine bergjes en de Bükk zelf, met de twee bergtoppen Istallóskö en Balvany in het midden. De structuur van het Bükk-gebergte op zichzelf bestaat uit vier anticlines: de 'Noord-Bükk-anticline', de 'Bükk-plateau-anticline', de 'Répashuta-anticline' en enkele ongekarteerde elementen in het zuidoosten. De Bükk worden aan de westkant duidelijk begrensd door de Darnó-breukzone, die door het dal van Mónosbél en Szilvasvarad loopt.

, , , , ,
Gea

Copyright: GEA/auteur

Stichting Geologische Aktiviteiten

A. van Oord. (2004). Hongarije: over het Bükk-gebergte en zijn Perm/Trias-grens. Gea, 37(3), 103–106.