In het begin van mijn biologiestudie (R.U. Groningen), in de beginjaren vijftig, ben ik geïnteresseerd geraakt in de verspreiding van mossen over de aarde, voornamelijk ten gevolge van discussies over dit onderwerp met Wim Margadant en Prof. R. v. d. Wijk. Toen ik in 1959 deelnam aan een expeditie naar Nieuw-Guinea en daarna een bezoek bracht aan Nieuw-Zeeland, viel het mij op dat een aantal soorten uit het hooggebergte van Nieuw-Guinea ook in Nieuw-Zeeland werden gevonden. In 1970 kreeg ik een collectie mossen ter bewerking afkomstig van de Marion- & Prince Edward-eilanden (Subantarctica). Hoewel deze eilanden ca. 10.000 km van Nieuw-Zeeland verwijderd zijn, kon meer dan de helft van de soorten met de Nieuwzeelandse flora van Sainsbury op naam gebracht worden. Voor deze overeenkomsten zijn 2 verklaringen mogelijk: 1) lange afstandsverspreiding via luchtstromingen, en 2) continental drift.