Tja, hoe gaat zoiets? Na enige excursies begrijp je wel wat bedoeld wordt met “Huup cuup” en “Brag rut”. Maar dan komt die dag dat je alleen het veld in gaat. Mos. Overal mos. Op de grond, langs de muren, aan de bomen. Hoe zat het ook al weer? Waren de blaadjes van purpersteeltje nu naar boven of naar beneden omgerold? Welke Orthotrichum heeft glasharen? Of was die bladtop kleurloos? En wat staat daar nu weer voor een pluk? Voor je het weet, zit je met tientallen zakjes mos. En ja, veel, heel veel van ’t zelfde.