Op 31 maart 1972 troffen E. v. IJzendoorn en ik op het strand ten zuiden van de Zuidpier een Zilvermeeuw aan, waarvan beide poten gereduceerd waren tot stompjes, mogelijk veroorzaakt door een maaimachine o.i.d. De vogel reageerde volkomen normaal en vloog op bij benadering. Opvallend waren natuurlijk de pootafdrukken in het zand.