De meeuwen hebben in 1991 in het algemeen geen slecht broedseizoen gehad. In de Kennemerduinen bleef de stand stabiel en in Duin en Kruidberg en de Amsterdamse Waterleidingduinen namen de aantallen af. In IJmuiden werd wederom een toename vastgesteld. De op daken broedende populatie nam in vergelijking met 1990 toe; Kleine Mantelmeeuw van 37 naar 47 paar, Zilvermeeuw van ca. 330 naar ca. 415 paar. Het aantal op de steigers en dukdalven rond het sluizencomplex bleef stabiel (ca. 60 paar). Het aantal paren Stormmeeuwen rond het sluizencomplex nam toe, terwijl de aantallen in de duinen verder afnamen.