Tijdens een bezoek op zaterdag 7 aug. j.l. aan de Amsterdamse Waterleidingduinen vernan ik enkele luid-kekkerende boomvalken die mij, toen ik dichterbij kwam, zelfs aanvielen. Waarschijnlijk was ik in de buurt van hun nest met (uitkomende?) eieren of jongen, hoewel ik dit niet kon ontdekken. Wandelaars die geen aandacht aan het paar schonken en zonder stil te staan doorliepen hadden geen last, naar zodra men zijn passen inhield werden de valken wantrouwig. Het paar viel beurtelings aan, ook zelfs als ik mijn gezicht naar ze toegewend had. De aanvallen begonnen neestal op 30 à 40 mtr. laag boven de grond, zodat de vogels moeilijk tegen de achtergrond waren te zien, Ongetwijfeld was ik op het hoofd gepikt of had een bos haar verloren als ik niet steeds mijn hand onhoog stak als de boomvalk vlakbij was. Er stond een harde wind en de vogels stormden met volle snelheid tegen wind in op mij af. Verrassend was vaak ook de zgn. duikvlucht loodrecht naar beneden, terwijl dan ook nog de snelheid werd opgevoerd door krachtig met de vleugels te slaan. Pas op het allerlaatste noment gingen de klauwen naar beneden en zwenkte de valk weg; het suizen van de vleugels was goed te horen. Ik had mijn fototoestel met 300 mm. telelens schietklaar, maar de snelheid waarmee de valken op me aanvlogen was te groot om op het juiste moment af te drukken als een van beide op het matglas scherp zichtbaar was. Wel was de felle blik in de valkenogen goed door de lens te zien op het moment waarop het beeld scherp was.