Jacob noemde mijn kinderen hem, misschien vanwege zijn vaderlijke uiterlijk. De Bosuil, eens volgens zeggen althans, als jong opgepakt en meegenomen. Zijn 6 jarig verblijf in een kooi had van zijn veren een oude plumeau gemaakt. Met muizen gevoerd knapte hij zo op dat na zijn rui een deftig heer overbleef. Jammer genoeg kon JAcob niet vliegen door een oude vleugelbreuk. Klauteren kon hij wel en hij bracht zijn dag door in de oude appelboom in de tuin. Het was een raadsel hoe hij op een nacht uit de schuur wist te ontsnappen en mijn zoon hem midden in de nacht vond, een huizenblok verder op de rand van de stoep naast een kat. Af en toe ging Jacob mee met mijn dochter naar school, ze stopte hem dan in een mandje. Draaide op school een plaatje van vogelbescherming met geluid van de Bosuil, waarop JAcob prompt antwoordde. Succes verzekerd bij de kinderen.