Op 19 oktober van dit jaar is het honderd jaar geleden dat een van de grondleggers van de Nederlandse ornithologie, Mr. J.P. van Wickevoort Crommelin, op 61 jarige leeftijd overleed. Vanuit zijn woonplaats Haarlem leverde hij een belangrijke bijdrage aan de kennis van de Nederlandse vogelfauna, waarvan tot dan toe nog weinig systematische studie was gemaakt. Zijn werkgebied vormde het nog ongerepte Zuid-Kennemer land van de tweede helft van de negentiende eeuw, dat met zijn vochtige duinvalleien, bosrijke binnenduinrand en natte weidegebieden langs de nog niet ingepolderde meren een waar vogeleldorado moet zijn geweest. Crommelin’s ornithologische activiteit geeft dan ook een indrukwekkend beeld van de rijke vogelwereld van het Kennemerland uit die dagen. Jan Pieter van Wickevoort Crommelin werd in 1830 te Haarlem geboren. Na te zijn opgegroeid in een aristocratische familie, ging hij in Leiden rechten studeren. Tijdens zijn studententijd ontwikkelde hij een uitgesproken belangstelling voor de ornithologie. Daarbij werd hij gestimuleerd door het feit, dat zijn vader bevriend was met de ornitholoog Coenraad Jacob Temminck, de directeur van het Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie te Leiden, die in zijn tijd als de belangrijkste Europese vogelkundige gold. Al op twintigjarige leeftijd had Crommelin zich tot taak gesteld een grote collectie Nederlandse vogels bijeen te brengen. Na zijn afstuderen in 1852 bleef hij nog een jaar te Leiden colleges volgen in de zoölogie.