Geachte lezer, U werd ongetwijfeld met enige verbazing vervuld toen deze Fitis bij U op de deurmat plofte. Bij mijn leeftijdgenoten sloeg deze verbazing wellicht om in hetzelfde gevoel van nostalgie waardoor ik bevangen werd toen ik de voorplaat onlangs, na ruim dertig jaar, weer zag. Ik voelde me bij die gelegenheid zeer vereerd dat de redactie mij heeft gevraagd een bijdrage te leveren aan De Fitis. Excusez le mot, maar ik kan nog steeds niet wennen aan Fitis. Jongeren onder U zullen dit ongetwijfeld toeschrijven aan een pathetische hang naar het verleden. Laat ik echter niet te veel afdwalen, maar trachten me te houden aan mijn toezegging aan de redactie om U iets te vertellen over de eerste jaren van vier decennia (De) Fitis. Jawel, geachte lezer, Uw verenigingsblad bestaat dit jaar veertig jaar. Het eerste nummer verscheen in 1965, een jaar dat het merendeel van de huidige redactie nog niet eens geboren was. Nu zult U denken dat het wel heel lang heeft geduurd voor onze VWG, die nota bene al in 1951 was opgericht, een eigen blad zou uitgeven. Welnu, zo vanzelfsprekend was het uitgeven van een verenigingsblad destijds niet. Als mijn geheugen me niet in de steek laat, hadden alleen Amsterdam en Noordhollands Noorderkwartier, net als onze VWG, in de jaren zestig een mededelingenblad. Later opgevolgd door respectievelijk De Gierzwaluw en De Pieper. De Pieper was de voorloper van De Graspieper, thans ter ziele. In 1965 verscheen ook het eerste nummer van De Winterkoning van de VWG Castricum. De Winterkoning en (De) Fitis behoren dus tot de eminences grises van de regionale vogelbladen. Een heugelijk feit, waar dit jaar veel aandacht aan besteed zal worden.