De Blauwe Reiger (Ardea cinerea) is met name in de polders en het stedelijk gebied van Zuid-Kennemerland een algemene verschijning, hoewel ook in het duingebied wel Blauwe Reigers worden gezien. Een groot gedeelte van deze vogels zal afkomstig zijn uit een van de broedkolonies die zich in onze regio bevinden. Die broedkolonies worden niet alleen bij ons, maar in geheel Nederland reeds lange tijd geinventariseerd. Zo zijn er landelijke inventarisaties uitgevoerd in o.a. 1925, 1937 (Brouwer), 1950 (Braaksma en Mörzer Bruyns) en 1962 (van der Ven). Vanaf 1970 worden jaarlijks de kolonies geteld (Blok en Roos). Uit deze tellingen komt naar voren dat na een terugval in het aantal broedende Blauwe Reigers in de jaren ’60, o.a. door vervolging en gebruik van pesticiden (dieldrin, P.C.B.), in de jaren ’70 een sterk herstel is ingetreden. Piet ruim 10.000 broedparen is de Blauwe Reiger talrijker dan ooit in Nederland en is daarmee het land met de grootste dichtheid aan Blauwe Reigers in Europa.