Sinds het verschijnen van het laatste verslag van de Blauwe Reigertellingen (Van Huijssteeden, 1986) is er wat betreft de ontwikkeling van het aantal broedparen in Zuid-Kennemerland wel het een en ander gebeurd. Met name de opeenvolging van strenge winters is van groot belang geweest voor de aantalsontwikkeling in de periode 1983-1989. Zowel de winters van 1984/85, 1985/86 als van 1986/87 waren streng te noemen. Op de invloed hiervan wordt in onderstaand artikel ingegaan. Voor een bespreking van de methode van tellen van Blauwe Reigers wordt verwezen naar Hustings et al. (1985) en Van Huijssteeden (1983).