In 1971 waren er geen grote veranderingen betreffende de vogelstand in het waarnemingsgebied; wel enige verschuivingen in soorten en aantallen. Bij zo’n goed gemiddelde, dat nu al jaren voortduurt, zou men geneigd zijn te zeggen dat het goed gaat met de vogels, maar over de vogelstand in Nederland of Europa zegt het niets. De vogeltrek in het najaar geeft een veel pessimistischer beeld. Bij afname van geschikte biotopen zullen de overblijvende voorlopig nog wel een gunstig beeld te zien geven. Door samendrukken misschien wel ekstra gunstig. De kwetsbaarheid zal zich naar wij vrezen pas na enige tijd manifesteren.