Vele van de, uit de gouden eeuw stammende, parken en landgoederen in Zuid-Kennemerland zijn de laatste jaren regelmatig geïnventariseerd op broedvogels. De landgoederen vormen het meest vogelrijke biotoop van het duingebied (Geelhoed et al, 1998). Het merendeel van de gebieden is in voorgaande nummers van de Fitis al uitgebreid beschreven. Het commentaar kan bij deze gebieden dus kort zijn en er wordt hooguit vanaf 1995 teruggekeken om de brei van getallen enigszins binnen de perken te houden. Op de landgoederen die relatief onbekend zijn wordt wat dieper ingegaan. De gebieden zijn volgens de BMP-richtlijnen van SOVON geteld (Van Dijk, 1996).