Even na vijf uur fietst een eenzame vogelaar over de Heerenduinweg door de ochtendschemering naar het Kennemerstrand. Zijn fiets parkeert hij bovenaan de Zuidlus in de fietsenstalling. Hij pakt zijn kijker, een pen en een plankje met een veldkaart uit zijn fietstas. In vergelijking met het vogelgezang dat vanaf het Kennemerstrand komt, is het om hem heen heel stil. Over een lange trap loopt hij naar het geluid beneden hem. Blauwborst, Fitis, Nachtegaal en Zanglijster laten zich horen. Het Kennemerstrand is als een grote badkuip vol vogelzang. Vanuit de oostelijk gelegen Duinen van Velsen vliegen vogels door de zeereep naar het Kennemerstrand, en vice versa, om er te foerageren. Het wemelt in de natte, met struweel, riet en grazige vegetatie begroeide vallei van de insecten. “Dat is goed voedsel voor jonge vogels”, denkt de vogelaar.