In Nederland is de Buidelmees (Remiz pendulinus) een betrekkelijke nieuwkomer die de laatste jaren steeds frequenter wordt waargenomen. Dat deze kleine bewoner van rietmoerassen met wilgenbegroeiing zo’n snelle ontwikkeling zou doormaken is niet geheel onverwacht, omdat al sinds 1950 de soort vanuit Midden-Europa in westelijke richting oprukt. In Noord-Duitsland is de Buidelmees reeds geruime tijd een geregelde broedvogel en de grens van het gesloten verspreidingsgebied heeft ons land nu min of meer bereikt (SOVON, 1988). In het navolgende wordt eerst globaal ingegaan op de aantalsontwikkeling in Nederland. Geattendeerd wordt op een uitgebreider artikel dat binnenkort in Limosa zal verschijnen. Vervolgens worden alle (en dat zijn er niet veel) bekende waarnemingen in Zuid-Kennemerland weergegeven en daarna wordt ingegaan op de aanwezigheid van een mannetje Buidelmees bij Ruigoord in 1988.