In de recent verschenen Atlas van de Nederlandse Vogels wordt de achteruitgang van de Grauwe Klauwier Lanius collurio in Nederland beschreven. De Hollandse kust zou een van de overgebleven kernen zijn, waar nog vogels tot broeden komen. Zuid-Kennemerland heeft in het verleden altijd een zeker aantal broedparen geherbergd. Het is echter onduidelijk hoe de stand zich vanaf de jaren zeventig heeft ontwikkeld. In dit artikel zal dan ook een poging gedaan worden om het voorkomen van ’onze’ Grauwe Klauwieren te beschrijven. Hieronder volgt eerst een korte beschrijving van biotoop, voedsel en voorkomen van de Grauwe Klauwier. Vervolgens wordt het voorkomen in Zuid-Kennemerland beschreven. Naast de broedvogels krijgen ook de niet-broedvogels de nodige aandacht. Er wordt besloten met een discussie over de huidige status van de Grauwe Klauwier in het Hollandse kustgebied.