Zoals u in het hiervoorgaande verslag over ons kamp in Falsterbo in september j.l. hebt kunnen lezen, vertoefden wij ’s morgens meestal kortere of langere tijd op de zuidelijke punt, Nabben genaamd. Al naar gelang de trek die er te zien was, trof men daar een groter of kleiner aantal vogelaars aan. Maar één was er, die nooit ontbrak en die hield het luchtruim voortdurend scherp in het oog en noteerde elke troep doortrekkende vogels. Dit was de heer Gunnar Roos en zoals wij later vernamen uit de rapporten van het Vogeltrekstation Falsterbeg werd door hem waargenomen van 11 augustus tot en met 20 november, dagelijks van ongeveer een half uur vóór zonsopgang tot 14.00 uur, voorwaar geen geringe opgave. De heer Roos werd alleen gedurende een deel van de weekeinden door een andere waarnemer vervangen. En zo wordt de trek daar nu al sinds 1973 geregistreerd. Het leek me interessant om uit die verslagen iets over te nemen in DE FITIS, ook al in verband met het verloop van de herfsttrek zoals wij dat bij ons in Nederland waarnemen. De vogels die wij bij ons zien aankomen en doortrekken zullen immens voor een deel via Zuid-Zweden zijn gekomen.