Afgelopen november was ik bij de presentatie van de nieuwe SOVONbroedvogelatlas. Volop aandacht was er daarbij voor vogelsoorten die de afgelopen jaren achteruitgegaan zijn en uit Nederland dreigen te verdwijnen. Veel moeite wordt gedaan om deze soorten te behouden, ondanks dat buiten onze grenzen vaak nog een behoorlijke populatie aanwezig is. Ik moest toen direct denken aan Rarotonga, en klein eiland in de Stille Oceaan, waar ik tijdens mijn wereldreis van afgelopen jaar een paar dagen verbleef. Zo op het oog een idyllisch, onbedorven eiland. Op dit vulkaaneiland dat ver van enig vasteland ligt komen slechts een beperkt aantal diersoorten voor; enkele soorten reptielen en vogels, geen zoogdieren. Één van de vogelsoorten is de Kakerori of Rarotonga Vliegenvanger, een vliegenvangersoort qua grootte en vorm ongeveer als onze Bonte Vliegenvanger. Opvallend is zijn kleur: oranje, tenminste de eerste jaren, want bij een leeftijd van ongeveer vier jaar wordt het verenkleed grijs. Totdat de mens arriveerde leefde de soort ongestoord en onbedreigd. Met de komst van de mensen, eerst de Polynesiërs en later de Europeanen, kwamen ook hun metgezellen mee, de ratten. Zoals overal ter wereld vogelsoorten op geïsoleerde eilanden evolutionair niet ingesteld zijn op bedreiging door roofdieren, zo was ook de Rarotonga Vliegenvanger niet bestand tegen de predatie door ratten. De soort leek uitgestorven, maar halverwege de vorige eeuw werd er in een geïsoleerde vallei van het eiland door een Amerikaanse vogelaar een restpopulatie ontdekt.