Vogels lijken voortdurend in beweging. Van tuin naar tuin, van bos naar bos, van land naar land, van continent naar continent. Het bezorgt menige vogelaar intens veel genot en passie om vogels waar te nemen. Het fijne van vogelen is, dat men deze hobby het gehele jaar door kan uitoefenen, mits de weergoden geen roet in het eten gooien. Een ander voordeel van deze liefhebberij is bijvoorbeeld het feit, dat er ieder seizoen weer andere vogels in onze streken aanwezig zijn. Als je veel op stap gaat, moet je natuurlijk niet verwachten, dat er elke dag bijzondere vogels worden gezien. Mensen die alleen maar belangstelling hebben voor de zogenaamde krenten in de pap doen zichzelf een hoop tekort. Spectaculaire ontdekkingen doe je niet dagelijks, maar daarvoor in de plaats kunnen andere verrassingen opdagen; nooit eerder waargenomen gedrag of een mooi melodieus avondkoor zijn even zovele geschenken. Iedereen die regelmatig in een bepaalde streek naar vogels kijkt, ontdekt leuke dingen: de roestplaats van enige Ransuilen die iedere winter vlakbij een grote school in de bomen zitten, Krombekstrandlopers die in de eerste weken van september steeds bij een bepaald piertje te zien zijn of de bomen waarin in de lente altijd Appelvinken zingen.